Voor mij is Spinoza (1632-1677) een zeer aansprekende filosoof. Via het boek ‘Spinoza, De geest is gewillig, maar het vlees is sterk’, van Miriam van Reijen ben ik in contact gekomen met het werk van Spinoza. Inmiddels heb ik al het werk van Spinoza bestudeerd. Zijn filosofie geeft antwoord op vragen waar ik al vanaf mijn jeugd mee bezig ben. Ik kan de wereld, de natuur, de mens en mijzelf beter begrijpen. Het levert mij gemoedsrust.
God of Natuur
Mijn ouders hebben hun best gedaan om mij het geloof in god bij te brengen. Al op jonge leeftijd ben ik gaan twijfelen aan de heersende overtuiging dat god de oorzaak is van alles wat wij als mens waarnemen en ervaren. Als ik vroeger met mijn broer een woordspelletje deed waar we een willekeurig onderwerp analyseerde in termen van oorzaak/gevolg kwamen we altijd op een god uit maar daar nam ik geen genoegen mee, ik vond het te gemakkelijk. Maar een betere verklaring van al wat is had ik niet. Na het lezen van Spinoza heb ik die verklaring nóg niet maar ik begrijp de wereld om mij heen wel beter. Een belangrijk werk van Spinoza is zijn boek Ethica. Een bijna mathematisch werk waarin hij afstand doet van een godsbeeld in menselijke hoedanigheid. Hij spreekt ook over ‘god of de natuur’ en definieert god als een oneindige substantie waar wij als mens, evenals alle andere materie deel van uit maken. In die zin is er verbintenis tussen alles wat is. Vanuit dit principe wordt elke gebeurtenis of stand van zaken veroorzaakt door eerdere gebeurtenissen. Causale wetten die het universum regelen en beheersen. Alles is volgens Spinoza bepaald en er bestaat geen toeval. Alles wat is en gebeurt, is volmaakt zoals het is, want als het anders had moeten zijn was het anders geweest. In die zin is een blinde volmaakt, alleen wij noemen het gehandicapt omdat we een norm geformuleerd hebben waaraan een mens kennelijk moet voldoen. Aan het leven zit geen doel of bestemming. We leven dus in een proces van met elkaar samenhangende gebeurtenissen zonder doel. Deze naturalistische visie klinkt enerzijds weinig uitnodigend maar geeft anderzijds ook rust. Ik ben onderdeel van een groot, eeuwig en met elkaar verbonden geheel en ben onderhevig aan de wetten van de natuur. Mijn invloed is dus beperkt. Ik zeg beperkt want natuurlijk heb je bijvoorbeeld invloed op je gezondheid en kun je kiezen of je een opkomende driftbui wel of niet met je vuisten afreageert. Er zijn dus veel zaken waar ik mij niet druk over hoef te maken waardoor ik mijn energie kan richten op het leven van een zo aangenaam mogelijk leven.
Conatus
Een ander belangrijke gedachte gaat over de conatus en vloeit voort uit bovengenoemd uitgangspunt. Conatus betekent: elk ding tracht, voor zover het van hem afhangt, in zijn bestaan te volharden = drijfveer. Deze drift tot zelfbehoud is de manifestatie van de eeuwige natuur die het wezen van alles wat is, van al wat leeft, zoals hierboven beschreven. Je kunt de evolutietheorie van Darwin (1809-1882) ook vanuit dit principe bekijken en begrijpen. Zoals gezegd bestaat er voor Spinoza geen plan, geen bedoeling en geen bestemming in de natuur. De eeuwige natuur heeft geen bedoeling met de mens, hij werkt alleen via onverbiddelijke wetmatigheden. De mens onderscheidt zich daarin niet van andere dingen. Deze natuurlijke drijfveer van alles wat leeft verklaart voor mij veel van wat ik om mij heen waarneem, zowel bij de mens als in de levende natuur. De manifestatie van deze drijfveer zien we, ondanks de menselijke beschaving, ook terug in oorlogen en andere onderlinge conflicten. Maar kennelijk is beschaving geen garantie voor het reguleren/beheersen van deze drijfveer. De mens is niet boven de natuur verheven. Ons unieke denkvermogen geeft verplichtingen wat iedereen uiteindelijk begrijpt en waarvoor soms een terechtwijzing nodig is.